‘Doch ziet, dit beeldje is zonder toedoen van iemand te wereld, tot twee of drie keeren daar vandaan geraakt en telkens weer ter plaatse voornoemd, nu het Eitersche genaamd, gevonden.’

Daarom wordt besloten om op de vindplaats van het beeld een Mariakapel te bouwen, waarin de Vrouwe van Eiteren geplaatst wordt. Van heinde en verre komen mensen naar de kapel om haar te bezoeken en wordt de plek in de middeleeuwen een belangrijke bedevaartsplaats.

Nog steeds vindt jaarlijks, rond het feest van Sint Jan (laatste weekend van juni), de Ommedracht van O.L.V. van Eiteren plaats, een bedevaart waar ook veel pelgrims aan meedoen. IJsselstein is dus door de eeuwen heen een bedevaartsoord gebleven.

Tijdens de reformatie gaat de kapel van Eiteren verloren en wordt, volgens de verhalen, Maria van Eiteren in de IJssel gegooid. Maar in plaats van dat ze naar de diepte zinkt, blijft ze drijven. Visserskinderen halen haar uit het water, waarna ze drie jaar verstopt blijft in de zoom van een rok. Vanuit de rok krijgt ze uiteindelijk een plek in de IJsselsteinse Katholieke schuilkerk.

In de 19e eeuw verdwijnt de devotie rond het beeldje. Het verkeert in slechte staat en dreigt te worden weggegooid, maar wordt uiteindelijk in bruikleen gegeven aan het Aartsbisschoppelijk Museum in Utrecht en vervolgens aan de Utrechtse Zusters van Liefde. Ook zij schrijven een aantal wonderen toe aan het beeld. In 1936 keert het Maria beeldje terug naar IJsselstein.

Waar de oorspronkelijke Kapel van Eiteren precies gestaan heeft, is ook wat raadselachtig. Er zijn sporen gevonden van een kapel in de wijk Eiteren. Dit is de kapel gebouwd in de middeleeuwen voor Maria van Eiteren. Waar de oorspronkelijke kapel van Eiteren precies heeft gestaan, is onbekend. Je kunt Maria van Eiteren vandaag de dag bezoeken in de Sint-Nicolaasbasiliek. In de huidige wijk Eiteren vind je daarnaast een monument ter ere van Maria van Eiteren.